Interviews • Magazine • Muziek

Douglas Firs: Poëzie van het alledaagse

Met Gertjan Van Hellemont kun je eindeloos praten over de stille kracht van een melodie of de betekenis van een zin die ogenschijnlijk niets zegt, maar in je hoofd blijft rondzingen. Met zijn band Douglas Firs heeft hij inmiddels vijf albums gemaakt die telkens iets verschuiven in toon en gemoed, maar altijd geworteld blijven in gevoel en vakmanschap.

Zijn nieuwste album Happy Pt. 2 is geen naïeve ode aan het geluk, maar een heldere blik op de fragiele balans tussen verlies en vreugde. “Na verdriet komt het geluk terug,” zegt hij. “Maar het is nooit meer hetzelfde.” Die gedachte zindert door in muziek, waarin het zonlicht voelbaar is, maar altijd met een rand van schaduw. Douglas Firs is het muzikale project van Gertjan Van Hellemont, die samen met Sem Van Hellemont, Simon Casier (Balthazar) en Laurens Billiet (onder andere bij Admiral Freebee) een hechte en rijkgeschakeerde band vormt. De groep beweegt zich tussen Amerikaanse roots, indie en degelijke popsongs met een nadruk op melodie. De arrangementen zijn rijk, het geluid is open en warm. Ze maken muziek die swingt en bezint, die catchy is zonder gemakzuchtig te worden.

Van Hellemont is een bedachtzame liedschrijver, iemand die zoekt naar het juiste woord zoals een beeldhouwer zoekt naar de vorm waarvan men zegt dat die al in de steen ligt. Een man met wie je een goed gesprek kunt voeren over literatuur, over vaderschap, over John Steinbeck en het geluk van een melodie die ineens landt. Iemand die gelooft dat verdriet en geluk geen tegenpolen zijn, maar verschillende kanten van dezelfde medaille.

“De kindermuziek heb ik overgeslagen. Een oude ziel wellicht.”

Jouw muziek klinkt altijd – wegens gebrek aan een beter woord – verzorgd. Ben je iemand die excessief werkt aan een album, een perfectionist?
“Ik kan me in van alles verliezen, eigenlijk in alles wat ik doe. Ik ben kritisch van aard, niet gauw tevreden. Maar ik heb ook vertrouwen in mijn muzikanten. Dat vertrouwen is de basis. Dus ja, ik leg de lat zo hoog mogelijk.”

Wat is de muziek die jou heeft gevormd?
“Als kind begon ik meteen met James Taylor, Bonnie Raitt, Tom Petty, Sheryl Crow, Beatles, Stones. Die muziek is mijn basis. Pure muziek. Gitaar inpluggen en spelen. Daar houd ik van. De kindermuziek heb ik overgeslagen. Een oude ziel wellicht.”

Foto's: Hugo Thomassen

De albums zien er prachtig uit. Ook de video’s zijn visueel erg aantrekkelijk. Ben je visueel ingesteld?
“Voor mij moet het om de muziek draaien. Hoewel we clips maken, blijft de muziek, de song, mijn uitgangspunt. Dat neemt niet weg dat ik het belangrijk vind om een mooi beeld te hebben. In het ideale geval roept de muziek ook al beelden op. Geluid raakt me. Ik kan uiteraard visueel onder de indruk zijn van de natuur of van kunst, maar het effect van geluid is in mijn geval het sterkst. Dat komt echt bij me binnen.”

Happy Pt. 2. Ik neem aan dat Pt. staat voor Part Two, of?
“De foto op de hoes toont parkeerplekken waarbij die P staat voor Parking. Ik vond dat beeld mooi. Maar in de context van dit album is het inderdaad Part Two. Een gerijpte happiness. Heart Of A Mother ging over de dood van mijn moeder terwijl mijn vriendin moeder werd. Die dubbelheid speelde een rol. Verdriet en blijdschap. Twee heftige gebeurtenissen. Ik trek de conclusie dat je verdriet niet zomaar kunt inwisselen voor het hervonden geluk. Je vindt weer blijdschap, zeker weten, maar die blijdschap zal anders zijn. Ze kan niet los worden gezien van het verdriet dat er ook nog altijd is. Verdriet en blijdschap zijn geen tegenpolen. Eerder twee kanten van dezelfde medaille.”

De nieuwe plaat belichaamt als het ware de bevrijding na de droefenis. Happy Pt. 2 is het inzicht dat je niet van het ene uiterste naar het andere gaat.
“Ja, zo is het. Ik denk overigens wel dat verdriet dieper gaat, meer impact heeft dan blijdschap. Blijdschap is oppervlakkiger qua sentiment. Ik vind al te vrolijke liedjes niet gauw interessant.” Lachend: “Soms hoor ik iemand zingen en denk: die persoon heeft een tegenslag nodig.”

Hoe ontstaan jouw ideeën?
“Ik probeer permanent ideeën te vangen. Magische ideeën duren kort, heb ik wel gemerkt. Je moet er snel bij zijn. Die snelle ideeën zijn systeemloos, er zit geen structuur achter. Ik plaats ze in losse aantekeningen in boekjes of op mijn voicerecorder. Het construeren komt daarna. Een nummer maken is in feite de weg van systeemloze invallen naar een structuur. We hebben vijf albums gemaakt en ik weet nog steeds niet hoe dat moet: een plaat maken. Ik wil eerlijk gezegd ook niet te lang stilstaan bij het proces, bij de manier waarop een liedje tot me komt. Ik blijf dicht bij de demo’s die ik in mijn thuisstudio maak. De magie van een eerste take is bijzonder. Dat gevoel streef ik na. Ik ben een romanticus, lees graag John Steinbeck. Ik zoek de poëzie in de literatuur, maar zeker ook in het alledaagse. Soms moet ik daarvoor de deur uit. Want op een bankje in Italië gaat het gemakkelijker om die poëzie in een berg in de verte – om maar eens iets te noemen – te vinden dan bij mij om de hoek. Maar het is voor mij de kunst om die poëzie te vinden.”

Meer artikelen