Blogs

Piet, de zielige babyboomer

Als Nederland internationaal ergens in uitblinkt dan is het in onze collectieve onbeschoftheid. Voltaire – de Franse denker uit de achttiende eeuwse Verlichting- typeerde de Nederlander al als ongemanierd; hufterig. De Nederlandse dichter Leo Vroman heeft al decennialang wonend in de Verenigde Staten ‘liever heimwee dan Holland’. Nederland is kennelijk moeilijk om van te houden. Zeker nu de reeds in de achttiende eeuw geconstateerde onbehouwenheid de laatste jaren een vlucht heeft genomen.

Aan zelfingenomenheid hebben we achter de duinen nooit gebrek gehad. Neem het werkelijk afgrijselijke liedje getiteld: vijftien miljoen mensen van Fluitsma en Van Tijn uit 1996. Hierin  werd de loftrompet gestoken over ‘dit kleine stukje aarde’, waar ‘een zoon z’n vader Piet’ noemt en ‘niemand zich laat gaan’. Een land waar tolerantie de boventoon voert. Een land ook waar, volgens de songwriters, verdraagzaamheid heerst.

Vijftien jaar later is dit  opgezwollen borstklopperige nummer aan serieuze revisie toe. Niet alleen spreken we tegenwoordig van zestienmiljoen mensen, maar ook ons wapenfeit: de tolerantie, hebben we glansloos verspeeld. Als u het mij vraagt, heeft Piet het aardig laten afweten. Piet, onze nationaal bezongen vaderfiguur, had zijn zoon beter moeten opvoeden! Datzelfde geldt overigens ook voor Sjeng, Henk & Ingrid en Achmed.

Fatsoen is een beduimeld begrip, zo moet ik vrezen. Dat verstand met de jaren komt, is een veel gehoorde opmerking, die gelogenstraft wordt in de enorme stupiditeit die we dagelijks zien, horen en wellicht zelf begaan. Neen, verstand komt zeker niet met de jaren. Een kale kop, dikke buik en slechte knieschijven – de gebreken- ja, die komen met de jaren. Maar verstand? Ho maar! Een misselijkmakende misvatting. Als je het nooit had, krijg je het ook later niet.

Wijsheid is zeker een mooi streven, maar de vergetelheid steekt daar maar al te vaak een stokje voor. Neen, wat over kan blijven als onze haren uitvallen en het scootmobiel in de gang staat, dat is fatsoen.

Het klinkt ouderwets zalvend, maar fatsoen behoort tot de bereikbare mogelijkheden van vrijwel iedere sterveling. En fatsoen is – net als schaamte en ik vrees ook ongemanierdheid – een aangeleerde vorm van gedrag. Norbert Elias maakte dat al in zijn magnum opus Het Civilisatieproces uit de jaren dertig van de vorige eeuw inzichtelijk. Piet was een slecht voorbeeld voor zijn zoon. Piet was teveel met zichzelf bezig en bekommerde zich niet om zijn kroost. Piet is Jan Lul.

Stonden we in de zeventiende eeuw nog als pioniers of in het slechtste geval als veroveraars van verre oorden te boek. Nu zijn we zoekers geworden. Luie zoekers. Zielige zoekers naar een identiteit. We leven in een land waar Boer zoekt vrouw een afspiegeling vormt van onze geestesgesteldheid. We zoeken verveeld voor de tv en vinden niks. Veel zappen, weinig zien. We twitteren en zeggen niets. We produceren geluid zonder zelf iets te horen.

Hoe vaak hoor je iemand niet zeggen: ,,u spreekt met mijn voicemail”, terwijl u enkel luistert naar de uitgesproken boodschap. We verwarren spreken met luisteren.

Nederland telt naast veel hufters – ik weet overigens niet eens of dat er relatief meer zijn dan in andere landen- ook en vooral veel hufterige organisaties. Neem de firma Ziggo. Vanwege een verhuizing met twee linkse handen had ik een monteur gevraagd om internet, tv en telefonie aan te leggen. Ik maakte afspraken, maar de kerels kwamen niet. Vervolgens belde ik Ziggo om beleefd een nieuwe afspraak te maken. Eerst kreeg ik te horen dat mijn telefoongesprek tien cent per minuut ging kosten en vervolgens raakte ik verstrikt in het doolhof aan menu’s dat Ziggo dwingend aan me voorlegde. Toen de monteur eindelijk kwam, kon er slechts moeizaam een goedemiddag vanaf. Ik zou – het was inmiddels de derde afspraak- bezocht worden in de ochtend en die duurt bij Ziggo van 08.00 uur tot 13.00 uur. Om half één kwam de onvriendelijke monteur langs. Om je kapot aan te ergeren. Ook omdat dit voorbeeld uit de praktijk helaas exemplarisch is voor een wijdverbreid gedrag.

Terug naar vader Piet, de oorzaak aller dingen. Waar is het met Piet misgegaan? Zelf heeft Piet zich altijd verzet tegen het prangende keurslijf waarin zijn ouders, die de oorlog nog hadden meegemaakt, volgens hem gevangen zaten. Piet was langharig en naar eigen zeggen niet kortzichtig. Hij droeg een Afghaanse jas, geitenwollensokken, een militaire pukkel als tas en las Hitweek. Piet was hip; underground. Piet was alternatief, zat onderuit gezakt in zitkuilen, rookte wiet en wipte van bed naar bed. Piet was, kortom, een babyboomer. Een generatie die nu ondertussen zelf alweer lang, misschien wel te lang, aan de touwtjes trekt. Ze wilden vernieuwen en anders zijn dan de opbouwgeneratie van hun ouders.

Met de babyboomers kwamen de vernieuwers. Dat betekende dat de babyboom –theaterdirecteur vernieuwend toneel toonde en dat onze klassiekers ofwel volledig van de planken verdwenen of een metamorfose ondergingen. De noodzakelijke borging van ons klassieke culturele erfgoed – toch ook een taak van een museum of theater – werd verkwanseld ten koste van de vernieuwingsdrang.

En dat betekent dat we nu opgescheept zitten met een generatie die geen voeling meer heeft met onze culturele bron. Neem onze staatssecretaris van cultuur als triest voorbeeld. Geen Vondel, wel Ludlum. Veel jongeren raakten door de vernieuwingsdrang van de babyboomers van de harde weg af. Ze begonnen hun vader Piet te noemen en gingen op zoek naar hun identiteit.

Verklaart dit onze onbeschoftheid? Neen, want die is er kennelijk al eeuwen. Maar ze is wel erger geworden, met speciale dank aan Piet. Luister anders nog maar eens naar het niksliedje vijftien miljoen mensen.

Meer artikelen