In A Room of One’s Own balanceren vrouwelijke kunstenaars tussen activisme, reflectie en experimenteerlust. Hoewel je in de zaalteksten wordt overspoeld door feministische golven en je voortdurend je hoofd stoot tegen spreekwoordelijke glazen plafonds, barrières van ongelijke behandeling en achterstelling van vrouwen, is de tentoonstelling in het Bonnefanten in Maastricht ook een verademing.
Ook in de musea dienen de thema’s inclusiviteit, gender en diversiteit zich steeds nadrukkelijker aan. De noodzaak om vanuit diverse perspectieven nieuwe, meervoudige verhaallijnen te ontwikkelen wordt breed gevoeld. In de inleidende tekst bij A Room of One’s Own wijst curator Paula van den Bosch wijst erop hoe het werk van vrouwelijke kunstenaars soms eeuwenlang werd gebagatelliseerd, genegeerd of zelfs ontkend.
De titel A Room of One’s Own is ontleend aan een feministische tekst van de Britse schrijfster Virginia Woolf uit 1929; ze voerde een kamer voor jezelf aan als een van de noodzakelijkheden voor het scheppen van een kunstwerk.
In tien zalen geeft het Bonnefanten kunstwerken van vrouwelijke kunstenaars uit de eigen collectie ruim baan. Er is werk te zien van onder meer Monika Baer, Marlene Dumas, Mary Heilmann, Nan Hoover en Joëlle Tuerlinckx. En er zijn indrukwekkende gastbijdragen van Lydia Schouten, Carol Rhodes en Marijke Stultiens.
Sympathiek qua opzet en maatschappelijk relevant, dat is de tentoonstelling op het eerste gezicht. Maar is er buiten gender sprake van een overkoepelend thema, een gemene deler? De getoonde werken onttrekken zich aan eigenschappen, stijlen of kwaliteiten die hun feminien maken. Wat de kunstenaars delen is hun vrouw-zijn, en hun positie in een door mannen gedomineerd systeem. Op geheel eigen wijze binden ze de strijd aan tegen de genderongelijkheid en institutionele obstakels.
Er valt veel te zien, te ervaren en te overdenken tijdens A Room of One’s Own. De werken laten je wankelen door de vastgeklonken ideeën over kunstenaarschap en de male gaze, de mannelijke blik. De presentatie biedt een alternatief parcours. Er klappert een informatiebord dat normaal gesproken ratelend de aankomst- en vertrektijden van treinen vermeldt, maar nu als een gedachtentrein vragen stelt over het particuliere en het sociale: ‘Do we need a permit to dream, to breathe, to think?’
Soms zit de mannelijke conditionering je in de weg. Zoals bij het zien van Nancy Haynes’ titelloze werk waarbij, vanwege de meditatieve kleuren, je gedachten afdwalen naar Mark Rothko. Terwijl de essentie van A Room of One’s Own juist is dat we de vrouwelijke inhaalslag bejubelen omdat er iets aan het licht komt dat te lang onbekend en ongezien is gebleven.
Dit artikel is verschenen in ZOUT Magazine